menu
Monumenten - De Wieringer Boerderij - indeling

plattegrond van Wieringer boerderij
Plattegrond van een typische Wieringer boerderij

Als je de plattegrond vergelijkt met de foto van de vorige pagina dan is de foto genomen vanuit de links onder hoek.
Laten we eens in gedachten om een Wieringer boerderij heen lopen. We beginnen aan de achterkant.

Skuurskot

Achterkant Het meest opvallende aan een Wieringer boerderij is het "Skuurskot", de hoge houten achtergevel van de schuur. De grote zwartgeteerde planken zijn overnaads getimmerd. Dat wil zeggen dat ze als dakpannen deels over elkaar vallen. In het schot zijn grote deuren, de "Skuurdeure" die toegang geven tot het "Wagenstik".

Uutlid

De "Uutlid" is het gedeelte van de schuur onder het schuin aflopende dak tegenover het woongedeelte. Het is een ruimte die voor velerlei verschillende zaken wordt gebruikt. 's Winters werd het jongvee er gestald, en 's zomers diende het vaak als alternatieve woonruimte voor het boerengezin omdat het daar koeler was.

Wagenstik

De "Wagenstik" is het gedeelte van de schuur waar de wagen naar binnen gereden kon worden. Daarom zaten hier de al genoemde "Skuurdeure". Aan de zijkant van de "Wagenstik" bevindt zich de hooischuur. Zo was het gemakkelijk om het hooi van de wagen op de hooiberg te krijgen.

Skuur

De "Skuur" was vooral een hooischuur. Langs de ene kant was de hooiberg bereikbaar voor de hooiwagen en langs de andere kant kon de boer via een aantal luiken ("Koeieluke") in het tussenschot hooi naar het vee brengen.

Stoal

De "Stoal" (stal) bevond zich in het verlengde van het woonhuis en bood plaats aan zo'n 8 beesten die paarsgewijs met de kop naar het hooischot in zgn. "boksen" stonden. Er waren dus 4 boksen, waarvan de binnenste doorgaans gebruikt werd als stalling voor de paarden. In het midden van de "Stoal" liep de "Groep" die diende voor de afvoer van de mest. De ruimte tussen groep en het achterhuis werd "Middele" genoemd. Het is de koegang waarlangs het vee naar buiten wordt geleid.
Een eigenaardige gewoonte die in veel boerderijen werd toegepast was de inrichting van de zomerstal. Als 's zomers de dieren dag en nacht buiten bleven werd de stal ingericht als woonverblijf. Dit gebeurde niet overal. Zoals hierboven al is geschreven werd ook vaak de "Uutlid" hiervoor gebruikt.
Het geschikt maken van de stal als woonverblijf was een hele operatie. Eerst werd alles grondig schoongemaakt. Vervolgens werden de muren en schotten gewit. De groep werd "blakt" (zwart geschilderd). De vloer van de stallen werd bedekt met gezeefd zand. Als dit allemaal klaar was zette men op de houten "riggelkes" aardewerken schotels en potten (Delfts blauw of Keulse potten). Ook andere siervoorwerpen, van tin of koper kwamen tevoorschijn en werden uitgestald. Tenslotte, als alles klaar was legde men een aantal houten vlonders neer ("beunen"). Hierop kwamen de tafel en de stoelen te staan.
Dit gebruik is in de jaren 30 uit de tijd geraakt, en vervolgens helemaal verdwenen. Alleen in de Wieringer Museumboerderij Jan Lont is tegenwoordig nog een zomerstal te bewonderen.

Darsk

Dit is de dors, het gedeelte van de boerderij waar het graan gedorst werd voordat er dorsmachines waren. Na het dorsen wordt het graan opgeborgen op de "til", de zolder boven de "Wagenstik". Verder worden op de darsk schapen gestald bij extreme kou (normaal bleven die het hele jaar buiten).

Darsk skoerstien

De schoorsteen bij de dors is iets wat niet in West-Friesland voorkomt. Hier kon men een vuur maken voor het koken van veevoer, het warmen van waswater en andere zaken.

Achterhuus

Het achterhuis was, zoals de naam al zegt, het achterste woongedeelte van de boerderij. Vroeger stond deze in open verbinding met de Boveneerd. Later kwam hier een houten scheidingswand tussen.

Boveneerd

De "Boveneerd" was de winter-woonkamer. De naam heeft waarschijnlijk iets te maken met de haard die zich centraal in deze kamer bevindt. Ook zijn er "kooien" (bedsteden). In de winter speelde het familieleven zich in deze kamer af.

Foerhuus

Dit was het deftige gedeelte van het huis. Er zijn Wieringer boerderijen met een speciale deur in het "Foerhuus" die alleen tijdens huwelijken en begrafenissen gebruikt werd. Soms bestaat het voorhuis alleen uit een deftige kamer, maar in veel boerderijen bevindt zich hier ook een kaaskamer ("kééskamer") en een kelder. Omdat Wieringen hooggelegen is, was het vaak geen probleem om een kelder te hebben (iets wat je in polders en laaggelegen gebieden wel kunt vergeten).


© Pagowirense.nl 1997-2007
naar begin van pagina
Kixtart.nl ||| start / English | geschiedenis | legendes | oude foto's | dorpen | volkslied | links | zoeken