menu
| |
De kennis die wij in West-Europa hebben over de Vikingen of Noormannen is afkomstig uit Frankische kloosterkronieken. Aangezien de Frankische kloosters een geliefd doelwit vormden van de Vikingen is het niet vreemd dat de beeldvorming nogal vertekend is. Aan de ene kant het beeld van de brandstichtende, rovende, plunderende en moordende heidense barbaar, aan de andere kant de ontdekkingsreizigers die eeuwen voor de West-Europeanen handel dreven met de Russen en Arabieren, kolonies stichtten in IJsland en Groenland en zelfs als eerste Europeanen Noord-Amerika bereikten. Ergens daartussen in vinden we de Friese handelslieden die voordat de Noormannen op avontuur gingen er geen probleem mee hadden om deze te voorzien van Frankische zwaarden. Enkele tientallen jaren later werd Dorestad, de belangrijkste Friese handelsstad met behulp van Frankische zwaarden vernietigd.
Hoe men ook tegen de Vikingen aan kijkt, vast staat dat verschillende ontwikkelingen in Scandinavië (toenemende bevolking en een cultuur die sterk gericht was op het vergaren van kostbaarheden) leidden tot het uitrusten van schepen waarmee in verre streken rijkdom vergaard werd. Of dit door handel of door roof gebeurde was voor de Vikingen zelf van ondergeschikt belang. Afkomstig uit Noorwegen, Zweden en vooral Denemarken begonnen ze vanaf het eind van de 8e eeuw hun handelstochten in West-Europa uit te breiden met rooftochten. De Noormannen hadden daar zelfs een werkwoord voor : vikingr, op avontuur gaan!
Er worden vele redenen genoemd waarom de Vikingen op rooftocht gingen. Allereerst waren er de sociale verhoudingen in de Skandinavische streken. Nog niet gekerstend hield men daar vast aan de oude heidense gebruiken en normen. De Skandinavische heidense cultuur was krijgshaftig van aard. Om aanzien en macht te hebben moest men kunnen bogen op heldendaden en kostbaarheden bezitten. Die kostbaarheden werden gebruikt als geschenken waarmee een hoofdman mannen aan zich kon verplichten. Gedwongen door de bevolkingsdruk in hun eigen land trokken de Noormannen er op uit. Zij vestigden zich op vele plaatsen buiten Skandinavië, met name op de Britse Eilanden. Ook in de Lage Landen, toentertijd bekend als Frisia, lijken ze een Noormannenrijk te hebben willen stichten. Vanaf ca. 840 dwongen de Denen Harald, Rorik en Godfried (de Zeekoning) de Frankische koningen grote gebieden af. Tot 885, toen Godfried werd vermoord, hadden de Noormannen vrijwel geheel Frisia in handen. Het lijkt erop dat ze nadien hun aandacht vestigden op makkelijker te koloniseren gebieden zoals Engeland en Normandië waar het land niet voornamelijk uit laagveenmoerassen bestond. Ook was Frisia compleet murw gebeukt door het Viking-geweld, alles van waarde was geroofd. Hoewel er toen een eind kwam aan hun politieke invloed, zouden de Noormannen nog ruim een eeuw lang de Lage Landen teisteren met hun strooptochten.
|
|
|||||||
Vermeldingen van Wieringen Viking overleveringen
|